Alles over de golden retriever.

De golden retriever is al tientallen jaren zo in trek, dat het bijna vreemd is hoe weinig er over de herkomst van het ras bekend is. Golden retrievers zijn erg populaire gezinshonden, maar toch ligt hun oorsprong in de jacht, bij de Schotse adel. Anders dan veel andere jachthonden zijn golden retrievers speciaal gefokt om aangeschoten wild op te sporen voordat het weg kon vluchten (‘Retrieve’ is Engels voor ‘ophalen’). Daarvoor was een slimme hond nodig met een dikke, warme vacht, uitstekende zintuigen en een speels karakter, waardoor ze bijvoorbeeld graag een riviertje over zwemmen om de prooi op te sporen. Golden retrievers moesten een haas of hert ook apporteren, waarbij hun vermogen om dieren of speeltjes zacht maar stevig tussen hun tanden te klemmen – de ‘zachte beet’ - perfect van pas komt.

Vanuit deze geschiedenis als gespecialiseerde jachthond ontstond de zachtaardige familiehond die we nu zo goed kennen. Golden retrievers zijn intelligente honden met een sterk sociaal karakter. Naar kinderen toe zijn ze vriendelijk en geduldig, wat omgekeerd ook goed van pas komt bij het opvoeden en trainen van puppy’s. Gaat het gezin erop uit, dan gaat een golden retriever het liefst mee. Een gezonde golden retriever zit altijd vol energie en is vanwege zijn slimheid dol op spelletjes, puzzels en andere uitdagingen. Dat verklaart waarom deze honden in de hele Westerse wereld niet alleen als gezelschapsdier zo gewild zijn, maar ook vaak als hulphond of geleidehond worden ingezet.

Golden retrievers werden vroeger gele retrievers genoemd, omdat er maar een paar blonde exemplaren waren tussen de veel bekendere zwarte labrador retriever. Tegenwoordig is de langharige, zachte blonde vacht een kenmerkende eigenschap van het ras. De vacht heeft een waterdichte onderlaag en is niet bijzonder dik, variërend in kleur van bijna wit platinablond tot een donkerblonde of gouden honingachtige tint.

Dit is een hond die regelmatig moet worden geborsteld, waarbij haren op het bankstel niet te vermijden zijn. Daar staat een grote aaibaarheid tegenover, wat deze mensen- en kindervriend over de hele wereld zo populair heeft gemaakt.

Een volwassen reu heeft een schofthoogte van 51 tot 61 cm en weegt tussen de 29 en 34 kilo, terwijl een teefje met 51 tot 56 cm en 25 tot 29 kilo iets kleiner en lichter blijft. Met een gelijkmatige lichaamsbouw, korte flanken en een stevig skelet is een golden retriever een robuuste hond, maar zeker geen waak- of aanvalshond. De ribben liggen diep en de schouderbladen zijn lang. De kop van de golden retriever is kort en breed, met een schaargebit en bij voorkeur een zwarte neus met middelgrote, donkere ogen. Deze eigenschappen geven het ras een zachtaardige, vriendelijke blik die past bij hun karakter. Let wel op foklijnen, want sommige golden retrievers zijn nog altijd echte jachthonden die veel minder geschikt zijn als zachtaardig huisdier.

De meeste karaktertrekken van de golden retriever zijn terug te leiden op de jachthonden die ze vroeger waren. Ze zijn intelligent en houden van een mentale uitdaging, wat natuurlijk handig is bij het opsporen van gewonde dieren. Die slimheid werkt twee kanten op: ze leren snel en trainen is meestal niet moeilijk, maar een golden retriever kan ook erg eigenwijs zijn.

Golden retrievers zijn doorgaans erg sociaal en vriendelijk. Ook dit is terug te leiden op de jacht, want daar is samenwerking essentieel. Ze zijn dol op aandacht en hebben een groot uithoudingsvermogen, waardoor ze graag meedoen met spelletjes en lange wandelingen. Veel golden retrievers zijn gek op zwemmen. Vaak kunnen ze uitstekend omgaan met kleine kinderen en andere (huis-) dieren, maar uiteraard geldt ook hier dat kinderen en honden niet zonder toezicht alleen moeten worden gelaten. Van nature zijn golden retrievers geen echte waakhonden, zeker ook omdat ze daar eigenlijk te vriendelijk, zachtaardig en nieuwsgierig voor zijn.

Golden retrievers zijn gebalanceerd en niet schrikkerig, hoewel ze heftig kunnen reageren op hard stemgeluid. Spanningen of een negatieve sfeer in huis pikken ze gemakkelijk op.

Deze honden zijn gefokt voor een actief bestaan, dus veel beweging is belangrijk. Bij allerlei vormen van hondensport zijn golden retrievers dan ook goed vertegenwoordigd.

Het belangrijkste bij de verzorging van een golden retriever is zorgen voor voldoende beweging en uitdagingen om de hond gezond van lijf en van geest te houden.

Natuurlijk moet de conditie van het gebit goed in de gaten worden gehouden, want je hond doet zo ongeveer alles met zijn tanden. Voer is daarbij belangrijk: bezuinig niet op voer en geef je hond kwaliteitsvoer. Dagelijks de tanden van je puppy of volwassen hond poetsen is ook een aanrader, net als het gebruik van verantwoorde kauwspeeltjes, want dat voorkomt de vorming van tandsteen. Inspecteer het gebit regelmatig op tandsteen, rode plekken (ontstekingen) en vreemde plekken. Zie je iets afwijkends, vraag dan de dierenarts om advies.

Naast deze algemene richtlijn is de verzorging van de vacht een belangrijk aandachtspunt. Golden retrievers spelen graag buiten en in combinatie met hun vrij langharige vacht kan er gemakkelijk vuil tussen de haren ophopen. Het is belangrijk dat je de vacht regelmatig goed borstelt: noodzakelijke verzorging waar een golden retriever vaak zichtbaar van geniet.

Let specifiek op of er overtollig haar op de voetzolen tussen de tenen groeit en knip dit weg. Er kan ook teveel haar groeien aan de binnenkant van het oor in en om de opening van de gehoorgang; ook dat moet worden verwijderd. Een halfjaarlijkse trimbeurt is aan te bevelen.

Omdat golden retrievers graag zwemmen, ook in vies water en in zee, is het belangrijk de hond met water of speciale shampoo te wassen. Veel retrievers hebben een gevoelige huid, waardoor eczeemachtige klachten een vervelend probleem kunnen worden.

Let goed op de voeding van jouw golden retriever en houd dit in balans met de hoeveelheid beweging die het dier krijgt. Golden retrievers kunnen gemakkelijk te zwaar worden, wat weer kan leiden tot andere problemen, zoals overmatige slijtage van de gewrichten.

Vanwege de intelligentie, nieuwsgierigheid en de grote sociale vaardigheid van golden retrievers zijn genoeg beweging en geestelijke uitdagingen van levensbelang voor deze honden. Regelmatig wandelen is noodzakelijk, met genoeg tijd om los van de lijn te rennen en te ravotten. Hou hiervoor een minimum aan van vier keer per dag een half uur lopen. (30 minuten wandelen per keer geldt voor een volwassen hond. Een puppy van 8 weken mag niet zo lang achtereenvolgens wandelen.) Vanwege de lange vacht van de hond is het wel zaak om de warmste momenten van de dag te vermijden, want oververhitting ligt al snel op de loer.

Samen spelletjes doen is echt iets voor golden retrievers, want deze honden houden ervan om hun baasjes te plezieren.

Een golden retriever heeft uitdagende puzzels en problemen nodig om mentaal fit te blijven.

Zorg dus voor voldoende spelletjes of ‘brain-training’ en vergeet niet om ze trouw te belonen met lovende woorden wanneer ze zich gedragen zoals jij dat wilt.

Golden retrievers zijn gefokt om aangeschoten wild te vinden en naar de jager terug te brengen, dus ze houden ervan om achter een stok of ander voorwerp aan te rennen en in hun bek mee terug te dragen.

Als een golden retriever niet genoeg interessante spelletjes en beweging krijgt zal de hond al snel probleemgedrag gaan vertonen. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor een actieve dagindeling vanaf de dag dat je een golden retriever puppy in huis neemt.

Golden retrievers zijn sociale en intelligente dieren. Aan de ene kant helpt dit bij het opvoeden van puppy’s, want met die sociale intelligentie zijn ze slim genoeg om ingewikkelde trainingen te kunnen volgen.

Het trainen van een golden retriever pup lijkt behoorlijk op het opvoeden van kinderen. Consequent zijn is cruciaal, want ze zijn slim genoeg om te proberen jouw training te saboteren, maar zorg wel dat je de puppy rustig en vriendelijk blijft benaderen. Je stem verheffen of schreeuwen zijn uit den boze.

Golden retrievers zijn erg enthousiast en maken het liefst overal een spelletje van. Datzelfde enthousiasme moet wel worden beteugeld, want anders blijft je hond tegen mensen opspringen en kun je geen slootje passeren zonder dat je golden retriever er met een sierlijke plons middenin springt. Speelsheid is leuk, maar onthoud dat je puppy straks een flinke hond wordt. Eén tip is om je golden retriever netjes aan de riem te leren lopen, want je wilt niet dat een sterke golden retriever gewend raakt om aan de riem te trekken.

Veel mensen vragen zich af hoelang een pup alleen thuis kan blijven, omdat ze een aantal weken of soms zelfs een aantal dagen na de komst van de pup weer fulltime gaan werken.

Iemand die fulltime werkzaam is voor een organisatie en niet de mogelijkheid heeft om thuis te werken, is vijf dagen per week, ongeveer acht uur per dag van huis, oftewel, 36 tot 40 uur per week. Daar komen reistijd en eventuele pauzes nog bij, gemiddeld zo'n 1,5 uur per dag.

Een dag bevat 24 uur. De meeste mensen slapen ongeveer zeven uur, zodat er nog 17 uur overblijft. Daarvan wordt 9,5 uur besteed aan werken en reizen.
In de resterende 7,5 uur moet je boodschappen doen, eten koken, eten, douchen, het huishouden doen, een sociaal leven onderhouden, sporten én natuurlijk niet te vergeten: de puppy uitlaten, socialiseren, opvoeden, zindelijk maken, verzorgen, enzovoort. Ik heb het dan nog niet eens over eventuele kinderen opvoeden of rustig op de bank zitten om uit te rusten na een dag hard werken.

Zoals blijkt uit het puppyschema (klik hier - gratis download) is het onmogelijk om een pup van acht weken langer dan twee uur achtereen alleen te laten, zonder dat hij binnenshuis plast en poept.

Als jij nu al weet dat jouw pup in de toekomst langere tijd alleen zit, zul je moeten zorgen voor een oplossing. Denk aan een hondenuitlaatservice of vraag een vriend, vriendin, buren of kennissen om de pup uit te laten. Je zult ze hiervoor wel de nodige informatie moeten verschaffen, zodat zij weten hoe ze met de pup moeten omgaan. Wel is het van belang dat je er de eerste weken volledig voor de pup kunt zijn. Het advies is om vakantie op te nemen wanneer jouw pup komt.